
En wat zijn mijn toekomstmogelijkheden? De klassieker in een job interview. Hoe vroeger in je carrière, hoe prangender de vraag, je wil gewoon weten hoe ver de horizon reikt. Het antwoord is al even voorspelbaar, gaande van 'Wij zijn voorstander van interne promotie' tot 'Er komen wel kansen' enz. enz.
Een simpel en vooral eerlijk antwoord zou zijn: 'We weten het niet, we kunnen de toekomst niet voorspellen'.
Klinkt niet echt sexy, maar is wel de realiteit. Want daar gaat het nu nét om. Men weet het niet.
Op pakweg drie jaar tijd, kan alles veranderen. Nieuwe baas, nieuwe aandeelhouders, andere strategie, nieuwe structuur. De wereld raast snel door, je kan geen concreet commitment geven, laat staan een belofte.
Richard Foster, een docent aan de Yale School of Management, zocht uit dat de gemiddelde levensduur van een S&P 500 bedrijf (de 500 grootste Amerikaanse bedrijven, gemeten naar hun marktkapitalisatie) van 67 jaar in1920 naar ...15 jaar gesmolten was. Meer nog,
in 2030 zal 75% van deze top 500 vervangen zijn door bedrijven waar u en ik het bestaan niets een van afweten.
Binnen diezelfde veertien jaar zullen 70% van de huidige jobs ofwel verdwenen, of toch tenminste inhoudelijk zeer sterk gewijzigd zijn.
Beloftes, voorspellingen, hoe zou men?. En dit hoeft niet eens vervelend nieuws te zijn.
Logisch dat je als bedrijf wil vermijden dat een werknemer na een te korte periode vertrekt en een job niet afwerkt.
Je hebt tenslotte tijd, moeite en middelen in iemand gestoken. Even logisch is dat de andere partij zijn hele hebben en houden niet levenslang - en dat zijn dus vele levens - wil parkeren, misschien niet eens een duidelijk carrièreplan voor ogen heeft (en dat hoeft meestal niet).
Alles wat daartussen ligt, is een soort 'flou artistique' van onuitgesproken beloftes en verwachtingen.
Maar ergens moet er een middel bestaan om deze tijdsparadox te omzeilen,
noem het een psychologisch contract.
Waarom niet een job als een gemeenschappelijk, misschien tijdelijk, project beschouwen, eerder dan als een lange hoopvolle samenwerking?
Drie, vier jaar. Niet meer, niet minder. Een project waar iedereen beter van wordt. En hernieuwbaar.
Zelden worden bedrijfsobjectieven op meer dan drie jaar bepaald. In de meeste gevallen gaat het zelfs maar om hooguit één jaar verwachtingen.
Kan of wil een organisatie na deze periode geen nieuw project voorstellen - en dat hoeft niet eens een promotie te zijn - , bestaat de kans dat de werknemer zélf op zoek gaat naar een nieuwe uitdaging.
Ok, fair deal. Men wist het op voorhand. En misschien gebeurt het niet eens, wie weet.
Zou deze eerlijke, pragmatische manier om elkaars verwachtingen te doen samenvloeien geen onnodige dramatiek kunnen weghalen (is deze job of dit bedrijf wel de juiste voor mij, zal ik mijn tijd niet verliezen, ik heb maar één carrière...), en de beslissing voor een nieuwe werknemer niet iets gemakkelijker maken?
Van onduidelijke, ongemakkelijke eeuwigheid naar een periode waar één en ander mogelijk blijft. Een horizon herleid tot een cyclus van pakweg drie, vier jaar (maar ook niet minder). Binnen een loopbaan van minstens 40 jaar nu niet bepaald een levensbelangrijke beslissing.
Ooit, als pas afgestudeerde, had ik een laatste, beslissend gesprek met de man die mij uiteindelijk mijn eerste job gaf.
Bij het afsluiten, keek die innemende, ietwat grijzende man mij recht in de ogen en vroeg plots 'hoe lang gaan we samenwerken, denk je?'. Wist ik veel, en dus maar heel beleefd ' Zo lang mogelijk, hoop ik ' gepreveld.
'Zolang we elkaar boeien' antwoordde die man glimlachend.